Publieke omroep (5.10.2013)

‘Onze programma’s bezuinig je niet één twee drie weg.” Ik weet niet hoe het bij u thuis gaat, maar bij mij levert het niet bepaald meer sympathie op voor de publieke omroep. Ik heb het riedeltje nu minstens dertig keer gehoord. En zo langzamerhand geeft het me hetzelfde gevoel als Tom de Ridder van MKB-brandstof me ooit gaf, of dat meisje dat haar Pokkie kwijt was. Eindeloze herhalingen van hersendodende boodschappen. En dan die taal. „Ons bezuinig je niet zomaar weg”. Telkens weer die neiging om terug te schreeuwen: „Moet jij eens opletten!” Een favoriet voor de Loden Leeuw, wat mij betreft. Maar het is ernstiger dan dat: waar de publieke omroep uiterst voorzichtig moet omspringen met zendtijd voor Politieke Partijen, lijkt alles geoorloofd nu de omroep zelf politiek bedrijft. De gemiddelde Nederlander kijkt drie uur per dag naar de televisie, reclame is peperduur, een boek dat tien seconden omhoog wordt gehouden in een programma is bijna een instant bestseller. Het is tenenkrommend om te zien hoe ze hun enorme macht inzetten. Ongegeneerd beklimmen ze dat enorme podium dat het ministerie van OCW elk jaar voor ze bekostigt. Zijn daar eigenlijk geen boetes voor?

Het grappige van het debat over de publieke omroep is dat het succes van de programma’s zowel door voor- als tegenstanders wordt gebruikt als argument. De publieke omroep wijst vol trots naar hun kijkcijfers en de kwaliteit van hun programma’s: nooit winnen de commerciële zenders eens een keer een Nipkow-schrijf.

De tegenstanders wijzen naar hetzelfde en vragen: waarom heeft een programma als Wie is de Mol of Ranking the Stars of Atlas eigenlijk subsidie nodig? RTL Nieuws maakt een prima journaal, op RTL7 wordt uitgebreid gekletst over sport en bij Expeditie Robinson stemmen de deelnemers elkaar ook weg. De markt voor amusement is overvol, waarom staan we toe dat een gesubsidieerde omroep concurreert met bedrijven die wel gewoon hun geld moeten verdienen?

Henk Hagoort probeerde het afgelopen dinsdag bij Pauw en Witteman uit te leggen: de omroep moet namelijk ‘voor iedereen’ zijn. Elke Nederlander moet zich erin kunnen vinden, van kind tot bejaarde, van intellectueel tot voetbalfan.

Ik vind dat onzin. Als de omroep er ‘voor iedereen’ is, dan moet er òfwel met onmiddellijke ingang een degelijk roddelprogramma, een klusprogramma en een tarotkaarten-programma worden gemaakt, òf de taakomschrijving moet veranderen. Ik ben voor dat laatste. Ik vind dat de publieke omroep al het media-aanbod op zich moet nemen wat de commerciële omroepen laten liggen. U kent het wel: cultuurprogramma’s, moeilijke lange documentaires met veel stiltes, en misschien ook wel wat klein levensbeschouwelijks voor joden, hindoes en moslims. Dat laatste is typisch een voorbeeld van aanbod voor minderheden dat zonder steun niet gemaakt wordt. Het omgekeerde gebeurde afgelopen jaren: juist die kleine omroepjes moesten inleveren. Er waren daar de afgelopen jaren nogal wat problemen met fraude, maar toch.

De publieke omroep werd alleen maar meer mainstream toen het onder druk kwam te staan. Toch is dat allemaal niet het belangrijkste in het betoog van Hagoort. Wat telkens terugkeert, is de bewering dat de omroep spotgoedkoop is. En dat is een aantrekkelijk argument. 7 euro kost het maar, per gezin, per maand. „Of we dat willen, daar moeten we maar over in debat”. Het klinkt aanlokkelijk. Als hij een verkoper van abonnementen zou zijn, zou ik er zo één aanschaffen. Maar er is één voorwaarde: iedereen, elke burger, moet verplicht meedoen, ongevraagd. Ook de mensen die alleen GTST kijken en Geer&Goor. En ik kan u vertellen beste lezer, dan is er heel veel heel goedkoop. Een abonnement op deze krant bijvoorbeeld, kost dan ook maar een schijntje van wat het nu kost. Verder ziet Hagoort één dingetje over het hoofd. RTL is namelijk niet gratis, SBS6 en Veronica ook niet. Ik betaal met mijn ogen, ik betaal om naar reclame te kijken. Die STER-gelden worden betaald door bedrijven, omdat ik daar spullen ben gaan kopen. En nu komen daar ook nog uw dooddoeners bij. Telkens weer dat zelfde riedeltje aanhoren, “onze programma’s bezuinig je niet zomaar weg”. U moet toch weten wat zo’n campagne kost?

Rampen, who cares? (NRC 28.9.2013)

Nu schrijft Joris Luyendijk natuurlijk elke week al dat de financiële wereld nog steeds enorme risico’s neemt en dat er weinig is veranderd. Maar vorige week verscheen er een interview met hem in een voor mij volstrekt onbekend blad (Volzin), waarin hij alle metaforen uit de kast trok om zijn boodschap kracht bij te zetten.

De situatie in de bankenwereld was volgens Luyendijk te vergelijken met het opnieuw aanzetten van de Tsjernobylreactoren. Alsof we proberen te landen op een vliegdekschip in een storm, terwijl we dat nog nooit eerder hebben gedaan. De ramp die ons boven het hoofd hangt, komt met alles erop en eraan: geplunderde supermarkten, tanks en ordetroepen op straat. En dat is dan alleen nog maar een inleiding op de ondergang van het politieke systeem, vergelijkbaar met de ontwikkelingen in de Weimarrepubliek.

En het ergste is dat wij het allemaal maar links laten liggen (let wel: Luyendijk gaat niet voor niets binnenkort beginnen bij Rob Wijnbergs Correspondent). Politici zijn alleen maar met de korte termijn bezig. Net als al die redacties en journalisten en columnisten. En u, lezer, u bent ook bepaald niet onschuldig. Iedereen is eigenlijk continu met het verkeerde bezig, behalve Joris Luyendijk.

Nu geloof ik de verhalen van Luyendijk best. Ik volgde het blog met veel interesse. De bubbel is alleen nog maar groter geworden sinds de financiële crisis. En de hogere kapitaaleisen zijn een geintje.

Het probleem is alleen dat het nogal druk is op de alarmistische agenda. We kunnen helaas niet te lang bij de dreigende financiële Apocalyps stil staan want deze week, moeten we onze ogen richten op Stockholm, waar het internationale klimaatpanel met zijn vijfde klimaatrapport opnieuw de wereld probeert wakker te schudden over de gruwelijke vooruitzichten van twee graden aardklootopwarming in 2100.

De wereld is de afgelopen twaalf jaar niet opgewarmd, maar dat was slechts een kleine hick-up op de weg naar de klimaathel. Het smelten van de gletsjers en de Noordpool gaat door, net als de zeespiegelstijging en de steeds hogere frequentie van heftige meteorologische rampen.

Je kunt je afvragen wat er eerder zal plaatsvinden. Krijgen we eerst de totale ontwrichting door overstromingen, killer-droogtes en hittegolven of gaan we eerst nog de daverende implosie van het gehele financiële systeem meemaken?

Misschien gebeurt het wel tegelijkertijd. Alleen God weet het. Ik hoop trouwens dat u tussen al dat alarmistische geweld niet vergeten bent dat u al uw privacy bent kwijtgeraakt, en dat dat gigantische gevolgen kan hebben voor de toekomst. Of u daar even de ernst van wilt inzien voordat u weer verder gaat met de waan van de dag.

Wat mij vooral opvalt is hoe koud het me laat. Hoe onverschillig ik ervan word. Ik ben vrolijk, optimistisch over de toekomst, ik beleg mijn geld, ik laat me hoog opleiden terwijl ik heel goed weet welke rampen er voorspeld zijn.

Joris Luyendijk schetst een probleem dat zo onvoorstelbaar groot is, dat hij het misschien wel net zo goed niet had kunnen schetsen.

Aan de ene kant is er weinig relevantere journalistiek dan die over de grootste calamiteiten die ons kunnen overkomen, aan de andere kant is het daarmee ook volstrekt irrelevant geworden. Het onheil dat wordt voorspeld in het bankenblog van Luyendijk heb ik voor waar aangenomen en gedeponeerd in het laatje ‘langetermijnzorgen’, naast de opwarming van de aarde en het verlies van onze privacy. Zo groot, zo onvoorstelbaar, dat het eigenlijk ook al zijn urgentie heeft verloren.

Het laatje doet vooral dienst als ik op zoek ben naar een goede afknapper. U kent het wel. Je laat je weer eens meeslepen in een van die inferieure dagelijkse discussies, wissewasjes over de politiek, de begroting, de economie, de waan van de dag. En dan smijt je gewoon willekeurig een van die onderwerpen uit dat laatje op tafel. „Ach, het ontslagrecht, de inkomstenbelasting, de onderwijsbegroting. Who cares? Over tien jaar is onze hele financiële wereld en politieke bestel toch verleden tijd. Heb je Luyendijk niet gelezen?”

Dat is dan einde discussie. Gegarandeerd.

Defensie weer gepakt (NRC 21 september 2013)

Dat was ook toevallig. Net toen afgelopen week nog een extra bezuiniging bij defensie werd aangekondigd, stond Al-Qaeda ineens op de deur van de NAVO te kloppen. Aan de Turks-Syrische grens waren gevechten uitgebroken tussen het Vrije Syrische leger en een internationale groep moslimextremisten. Wie nu bij het dorpje Azaz de grens oversteekt loopt regelrecht de wereld van de jihadi’s binnen. Dat is nieuw.

Ook al speelt de Arabische lente zich al jaren op de stoep van Europa af, de Europese landen lijken zich veiliger dan ooit te wanen. Op de website van het Stockholm International Peace Research Institute kun je de defensie-uitgaven erop nakijken. De Oost-Europese NAVO-landen zijn zo ongeveer hun leger aan het wegbezuinigen. Het defensiebudget (als percentage van het BBP) in landen als Roemenië en Bulgarije is gehalveerd in tien jaar tijd. Ook Spanje, Groot-Brittannië en Frankrijk snijden grondig in hun uitgaven.

In Nederland was defensie na de eerste bezuinigingsoperatie van 1 miljard euro, bij de nieuwste ronde alweer aan de beurt om nog eens 330 miljoen euro in te leveren. Inmiddels nemen de Verenigde Staten 75 procent van de verzamelde defensie-uitgaven van NAVO-landen voor hun rekening. In 2001 was dat nog maar 63 procent.

Er is geen makkelijker bezuinigingspost te bedenken dan defensie. Voor wie geen militairen kent, is elke bezuiniging tastbaarder, voelbaarder, concreter dan een bezuiniging op defensie. De thuiszorg, de kinderbijslag, de ambtenaren-salarissen, overal kunnen we een beeld bij schetsen. De gemiddelde Nederlander spendeert drie uur per dag voor de buis en wordt woest als er op kwaliteitstelevisie wordt gekort. Maar defensie is geen probleem. Ja, die aanschaf van de JSF, dáár kun je over klagen. Iemand heeft namelijk iemand horen zeggen dat het eigenlijk een heel slecht vliegtuig is, en iemand heeft iemand zien twitteren dat je beter een drone kunt aanschaffen. En waarom hebben we eigenlijk überhaupt een jachtvliegtuig nodig? Wapengekletter is zooo 1940. Nee, dan liever nog een seizoen ‘Wie is de Mol’ en ‘Boer zoekt Vrouw’.

Bezuinigen op defensie is als een metertje van de dijken afhalen. Dat lijkt op middellange termijn geen gevolgen te hebben want we zijn dan nog steeds beschermd tegen nogal zeldzame rivierstanden en springgetijden. Hetzelfde geldt voor de krijgsmacht: ondanks de bezuinigingen worden Schiphol en de havens nog beveiligd, de Patriots in Turkije bemand en de marine begeleidt de scheepvaart veilig om Puntland heen.

Toch kunnen we ons de consequenties van zo’n extreem zeldzame hoogwaterstand levendiger inbeelden dan de mogelijkheid dat Nederland in de komende eeuwen weer in een gewapend conflict terecht komt. Sterker nog, alleen het noemen van de mogelijkheid dat het ooit weer oorlog wordt, levert boze reacties op. De bereidheid om ons degelijk te verzekeren tegen dat soort calamiteiten, is lager dan ooit. Het maximale was al uit zorg, woningmarkt en sociale zekerheid gesleept en dat het onderwijs een centje inlevert, is al helemaal ondenkbaar. Dan maar defensie. Nogmaals, de vrede binnen onze landsgrenzen is toch voor eeuwig, dat weet iedereen.

Ondertussen stijgt het chagrijn in de Verenigde Staten tot grote hoogte. Gek genoeg vinden ze daar zaken als onderwijs en zorg namelijk ook van belang. De debatten over wel of niet ingrijpen in Syrië waaraan de Europese leiders, ook bij gebrek aan functioneel leger, nog steeds enthousiast aan meedoen, worden langzamerhand steeds grotere schertsvertoningen. Europa leunt maximaal op de Verenigde Staten, is intern diep verdeeld, was eerder nauwelijks bereid om troepen te leveren tijdens missies en heft nu zelfs grote delen van die troepen op.

Maar samenwerken zullen we. Dat is de boodschap in heel Europa. Ondertussen is dat vooral een goede reden geweest voor lidstaten om heel veel aan slagkracht op te heffen zonder dat het daadwerkelijk tot heel vruchtbare Europese samenwerkingen heeft geleid. Aan de Amerikanen vragen we nog een beetje geduld totdat we uitgedebatteerd zijn over hoe dat slagvaardige EU-leger eruit moet komen te zien en wat het in vredesnaam moet gaan uitvoeren in de wereld.

Ik vraag me af hoe lang we die positie nog geloofwaardig kunnen blijven innemen.

Bang omdat het kan (31 augustus 2013)

In het nieuwste Motivaction-onderzoek naar angst onder de bevolking geven de meeste respondenten aan bang te zijn voor de stijgende zorgkosten, de steun aan EU-landen, de verkeerde aanpak van de crisis en terrorisme.

Aan de ene kant zijn dat interessante uitkomsten. Aan de andere kant moet iedereen die deze lijst onder ogen krijgt zich realiseren dat muizen, spinnen, hersentumoren en neerstortende vliegtuigen ook hoog zouden scoren. Je moet mensen niet al te serieus nemen.

Opvallend is de correlatie tussen inkomen en angst. Hoe hoger het inkomen, hoe minder angstig mensen zijn. Zo’n verband ligt in de lijn der verwachtingen, maar toch vermoed ik dat er ook een omgekeerd effect bestaat. Dat er een vorm van luxeangst bestaat. Dat je ook bang kunt zijn, alleen maar omdat het kan, omdat je welvarend genoeg bent dat je het je kunt veroorloven.

Een recent voorbeeld is de vaccinatiehysterie. Ik kreeg tientallen mails naar aanleiding van mijn column over de anti-vaccinatielobby. Ze wezen me op de „wurggreep van de farmaceutische industrie”, op onze jeugd die „nog nooit zo ziek is geweest”, op alle verborgen gehouden risico’s en complicaties die vaccinatie met zich mee zou brengen.

Ik ben ervan overtuigd dat dat soort angsten vooral gedijen in een land waar de volksgezondheid uitstekend is (mede dankzij die vaccinatieprogramma’s). Toen er in de jaren vijftig nog jaarlijks honderden difteriedoden en tientallen tetanusdoden vielen, toen er in 1956 nog bijna 1.800 mensen voor hun leven gehandicapt raakten door polio, was er veel minder ruimte voor dit soort ongefundeerde massahysterie en waren de moeders vooral dolblij dat hun kinderen eindelijk geïmmuniseerd kunnen worden. Vooruitgang maakt soms ruimte voor nieuwe angst.

Hetzelfde is vermoedelijk aan de hand met het schaliegas. De weerstand onder de bevolking is enorm. Dat schaliegas nieuwe inkomsten oplevert lijkt er volstrekt niet toe te doen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst in Boxtel over schaliegas riepen verschillende bewoners dat eerst alle risico’s uitgesloten moeten worden, iets wat uiteraard niet kan. Niemand leek bereid om een klein risico op vervuiling en aardbevingen te accepteren in ruil voor een hele berg gas. Men was op voorhand tegen.

Het probleem is dat schaliegas niet de enige energiebron is waar dit soort paniekerige angst rond bestaat. Kernenergie werd ook volledig uitgebannen op grond van twijfelachtige risico’s. Ook wanneer Fukushima wordt meegerekend is kernenergie nog steeds één van de veiligste energiebronnen. Men is massaal vergeten dat er daar in Japan misschien wel flink wat verontreiniging en schade is aangericht, en het gevaar nog niet geweken is, maar dat er niet één stralingsdode is gevallen en de gezondheidseffecten vooralsnog klein lijken te zijn.

Toch volgde een massale atoomhysterie die Duitsland ertoe bracht om zijn kerncentrales te sluiten. Een torenhoge gasprijs was het gevolg, die er op zijn beurt voor zorgde dat we de afgelopen jaren weer voor een groot deel zijn overgestapt op steenkool. Jawel, steenkool, die vooroorlogse energiebron die wél aantoonbaar voor vervuiling en ongelukken zorgt. Met een veto op kernenergie en schaliegas, en een minimale opbrengst uit wind- en zonne-energie, was er nu eenmaal geen keus.

Je kunt je afvragen hoe het ons land was vergaan als we in de jaren zestig, toen de gasbel werd ontdekt, beheerst waren geweest door deze angsthazenmentaliteit. Stelt u zich voor: de NAM vindt in 1960 een plukje gas onder het land van Boer Boon en binnen de kortste keren staat er een burgercomité gesteund door Greenpeace en Friends of the Earth te demonstreren tegen de winning ervan. De gevolgen voor het milieu zijn namelijk op geen enkele manier te overzien. Er wordt gewezen op vage ongelukken met gas in andere landen en er worden onderzoeken geëist die nooit de gewenste uitsluiting van gevaar kunnen opleveren. Nederland blijft verstoken van 211 miljard euro aan aardgasbaten voor sociale zekerheid, onderwijs en infrastructuur.

Dat is allemaal niet gebeurd. Nederland kon zich dat soort angsten namelijk niet veroorloven in 1960. Nu wel. Nu is men in de veronderstelling dat die paar windmolens en zonnecellen genoeg zijn voor de Nederlandse energiebehoefte. We zijn rijk en bang, dus laten we deze nieuwe schatkist in de grond zitten. Zonde.

Defensie weer gepakt (23 september 2013)

Dat was ook toevallig. Net toen afgelopen week nog een extra bezuiniging bij defensie werd aangekondigd, stond Al-Qaeda ineens op de deur van de NAVO te kloppen. Aan de Turks-Syrische grens waren gevechten uitgebroken tussen het Vrije Syrische leger en een internationale groep moslimextremisten. Wie nu bij het dorpje Azaz de grens oversteekt loopt regelrecht de wereld van de Jihadi’s binnen. Dat is nieuw.

Ook al speelt de Arabische lente zich al jaren op de stoep van Europa af, de Europese landen lijken zich veiliger dan ooit te wanen. Op de website van het Stockholm International Peace Research Institute kun je de defensie-uitgaven erop nakijken. De Oost-Europese NAVO-landen zijn zo ongeveer hun leger aan het wegbezuinigen. Het defensiebudget (als percentage van het BBP) in landen als Roemenië en Bulgarije is gehalveerd in tien jaar tijd. Ook Spanje, Groot-Brittannië en Frankrijk snijden grondig in hun uitgaven. In Nederland was na de eerste bezuinigingsoperatie van 1 miljard euro, defensie bij de nieuwste ronde bezuinigingen alweer aan de beurt en moest nog 330 miljoen euro inleveren. Inmiddels nemen de Verenigde Staten 75% van de verzamelde defensie-uitgaven van NAVO-landen voor hun rekening. In 2001 was dat nog maar 63%.

Er is geen makkelijker bezuinigingspost te bedenken dan defensie. Voor wie geen militairen kent is elke bezuiniging tastbaarder, voelbaarder, concreter dan een bezuiniging op defensie. De thuiszorg, de kinderbijslag, de ambtenaren-salarissen, overal kunnen we een beeld bij schetsen. De gemiddelde Nederlander spendeert drie uur per dag voor de buis en wordt woest als er op kwaliteitstelevisie wordt gekort. Maar defensie is geen probleem. Ja, die aanschaf van de JSF, dáár kun je over klagen. Iemand heeft namelijk iemand horen zeggen dat het eigenlijk een heel slecht vliegtuig is, en iemand heeft iemand zien twitteren dat je beter een drone kunt aanschaffen. En waarom hebben we eigenlijk überhaupt een jachtvliegtuig nodig? Wapengekletter is zooo 1940. Nee, dan liever nog een seizoen “Wie is de Mol” en “Boer zoekt Vrouw”.

Bezuinigen op defensie is als een metertje van de dijken afhalen. Dat lijkt op middellange termijn geen gevolgen te hebben want we zijn dan nog steeds beschermd tegen nogal zeldzame rivierstanden en springgetijden. Hetzelfde geldt voor de krijgsmacht: ondanks de bezuinigingen worden Schiphol en de havens nog steeds beveiligd, de Patriots in Turkije bemand en de marine begeleidt de scheepvaart veilig om Puntland heen. Toch kunnen we ons de consequenties van zo’n extreem zeldzame hoogwaterstand levendiger inbeelden dan de mogelijkheid dat Nederland in de komende eeuwen weer in een gewapend conflict terecht komt. Sterker nog, alleen het noemen van de mogelijkheid dat het ooit weer oorlog wordt, levert boze reacties op. De bereidheid om ons degelijk te verzekeren tegen dat soort calamiteiten, is lager dan ooit. Het maximale was al uit zorg, woningmarkt en sociale zekerheid gesleept en dat het onderwijs een centje inlevert is al helemaal ondenkbaar. Dan maar defensie. Nogmaals, de vrede binnen onze landsgrenzen is toch voor eeuwig, dat weet iedereen.

Ondertussen stijgt het chagrijn in de Verenigde Staten tot grote hoogte. Gek genoeg vinden ze daar zaken als onderwijs en zorg namelijk ook van belang. De debatten over wel of niet ingrijpen in Syrië waaraan de Europese leiders, ook bij gebrek aan functioneel leger, nog steeds enthousiast aan meedoen, worden langzamerhand steeds grotere schertsvertoningen. Europa leunt maximaal op de Verenigde Staten, is intern diep verdeeld, was eerder nauwelijks bereid om troepen te leveren tijdens missies en heft nu zelfs grote delen van die troepen op.

Maar samenwerken zullen we. Dat is de boodschap in heel Europa. Ondertussen is dat vooral een goede reden geweest voor lidstaten om heel veel aan slagkracht op te heffen zonder dat het daadwerkelijk tot hele vruchtbare Europese samenwerkingen heeft geleid. Aan de Amerikanen vragen we nog een beetje geduld totdat we uitgedebatteerd zijn over hoe dat slagvaardige EU-leger eruit moet komen te zien en wat het in vredesnaam moet gaan uitvoeren in de wereld.

Ik vraag me af hoe lang we die positie nog geloofwaardig kunnen blijven innemen.