Column 18: Science, it’s a girls thing. Over spekjesprijzen en zijwieltjes

De nieuwste campagne van de Europese Commissie heet “Science: it’s a girls thing”. Die zin is geschreven in hippe, beetje scheve letters en de “i” van Science is geen i, maar een uitgedraaide lippenstift. Het bijbehorende spotje doet denken aan zo’n televisiereclame die vrouwen moet overhalen om een Citroën-autootje of een haarspray te kopen. Het script: drie mooie hooggehakte vrouwen lopen op een man in witte jas af die net door een microscoop aan het kijken was. De man zet verbaasd zijn bril op en vervolgens gaan de vrouwen allerlei supersexy quasi-wetenschappelijke dingetjes doen. Er verschijnt lippenstift, die razendsnel verandert in een reageerbuis met rode vloeistof. Dan zie je een druppel nagellak die in slow-motion van een kwastje afvalt. Dan in hoog tempo: droogijs(waar zo’n mooie Hans Klok-achtige walm vanaf komt als je er warm water overgiet), gevolgd door oogschaduw, dan weer droogijs, oogschaduw, een computerchip, oogschaduw, droogijs, een molecuulmodel dat uiteenvalt in grappige gekleurde balletjes, droogijs, dan een zonnebril, een veiligheidsbril, zonnebril, veiligheidsbril, zonnebril, veiligheidsbril. En dan weer het motto: “Science, it’s a girls thing”. Met die lippenstift.

Woedend waren de vrouwen in de wetenschap. Dit was seksistisch, neerbuigend, een belediging. Wetenschap gaat niet om hoge hakken of lippenstift maar om nieuwsgierigheid, wijzer worden, ontdekkingen doen. Nu moet ik daarbij wel vermelden dat vrouwen in de wetenschap over het algemeen nogal gevoelige types zijn, zo nu en dan overdreven idealistisch. Onze nieuwe koffieautomaat werd bijvoorbeeld telkens beplakt met stickers en papiertjes omdat er een plaatje op stond van een mooie vrouw, die zich sensueel had neergevlijd in de paradijselijke natuur. Dat was al te seksistisch. Nu heeft de koffieautomaat een ander sekseneutraal plaatje. Ook van paradijselijke natuur maar nu zonder verleidelijke vrouw.

Maar ergens hadden de critici natuurlijk gelijk. Droogijs mag dan inderdaad één van de allerleukste dingen in de wetenschap zijn, dit spotje was echt van niveau “sexy zuster met injectiespuit”. Je kunt je afvragen of de intelligente doelgroep onder de indruk is van een campagne die een carrière verkoopt als ware het een goedkope mascara.

Maar goed, er is veel geoorloofd in de strijd om meer vrouwen in de wetenschap en technologie te krijgen. Niet alleen dit soort suffe spotjes, ook discriminatie in onderzoeksgeld bijvoorbeeld. Daar hebben al die kritische vrouwen minder problemen mee: NWO heeft nu vier beurzen die alleen voor vrouwen beschikbaar zijn, en je hoort niemand klagen. En dan zijn er op diverse momenten ook nog allerlei prijzen te winnen voor “beste vrouwelijke publicatie” en “beste vrouwelijke wetenschappelijke poster”.

Spekjesprijzen vind ik het. Paralympics. Ik voel me er hoogst ongemakkelijk bij. Nooit is het een issue dat ik een vrouw ben in een door mannen gedomineerd vakgebied. Het valt me zelden op dat alle 100 hoogleraren aan deze faculteit man zijn, op één Iraanse hoogleraar informatica na. Totdat bestuurders het ineens als een probleem bestempelen. Totdat men besluit dat er allerlei seksistische campagnes en discriminatoire beurzen nodig zijn om die heilige gelijkheid te bereiken. Dan voel ik me ineens op en top vrouw. Op en top anders. Nu, tijdens mijn promotieonderzoek zijn we nog allemaal gelijk. Alle studenten proberen een mooie carrière als microbioloog, binnen of buiten de wetenschap te bereiken. Maar dat verandert zodra er allerlei potten met onderzoeksgeld tot mijn beschikking staan na mijn promotie, terwijl mijn mannelijke collega’s gewoon in die nauwe trechter moeten blijven vechten. Dan ineens is er wél een verschil tussen mij en mijn buurman in het lab. Hij is een man, ik een vrouw. Wij zijn ongelijk.

Stomvervelend vind ik dat dan. Vrouw zijn. Niets wat ik met lippenstift zou willen benadrukken, maar eerder een soort gebrek, waardoor ik zijwieltjes en aanmoedigende spotjes nodig heb om hetzelfde te bereiken als mannen. Eigenlijk vind ik het ronduit seksistisch, neerbuigend. Jawel, een belediging.

Column 17: Over huis- tuin en keuken en écht antisemitisme

Deze week ontving ik de antisemitismemonitor van het CIDI. De oogst van dit jaar: 113 meldingen van antisemitische incidenten, waaronder 28 scheldpartijen op straat, 19 gevallen van vandalisme, 18 haatmails, 3 gevallen van dreigementen en één geval van daadwerkelijk fysiek geweld. Ook al rept het CIDI zelf over dalingen van `124 naar 113´ en verdubbelingen van ´3 naar 6´ lijkt antisemitisme in Nederland redelijk stabiel, met uitzondering van jaren waarin het conflict in Israel weer oplaait. Let wel, geen moskee of Islamitische school heeft extra beveiliging nodig nu Bashar al-Assad (in de ogen van vele Nederlanders toch gewoon een moslimbroeder) de ene oorlogsmisdaad na de ander pleegt.

Ik zou me graag willen opwinden over al dat antisemitisme, maar eigenlijk vind ik het wel meevallen. Misschien heb ik gewoon niet zulke hoge verwachtingen van een samenleving: ook in Nederland blijken rechters strenger te straffen als de verdachte allochtoon is. Je achternaam maakt uit in een sollicitatiebrief. Marokkaanse jongens worden nog steeds geweigerd aan de deur van discotheken. En ja, een orthodoxe Jood met keppel wordt op straat uitgescholden.

En ergens vermoed ik dat dit het best haalbare is. Dat een heterogene samenleving zonder discriminatie niet reëel is. We blijven gewoon mensen. Wat dachten we dan? Dat alleen omdat we allerlei gelijkheidswetten en mensenrechtenverdragen en commissies voor gelijke behandeling hebben opgericht, dat het tijdperk van de Grote Rechtvaardigheid nu is aangebroken? Dat je kansen in de maatschappij op geen enkele manier meer afhankelijk zijn van in welke wijk je bent geboren, welke religie of welke huidskleur je hebt? Dat omdat we allemaal de weerzinwekkende gevolgen van rassenhaat kennen, er nooit meer een onvertogen woord zal vallen? Zwarte voetballers zullen in een jaar op de amateurvelden altijd wel één opmerking over hun huidskleur te verduren krijgen. Orthodoxe Joden zullen nooit probleemloos met keppel door Slotervaart kunnen huppelen. Waar samen geleefd wordt vallen spaanders. Één geval van fysiek geweld in een jaar is een uitstekende score. Een beetje huis- tuin en keukenantisemitisme hoort daar gewoon bij.

Toch is er één vorm van antisemitisme die me wel zorgen baart, omdat ik het eigenlijk schrikbarend veel tegenkom, ook in hoger opgeleide kringen. Dat is het “slachtoffer wordt agressor”-argument. Die vergelijking tussen de Jodenvervolging en het Israel-Palestina conflict waar ik menig Israelcriticus regelmatig in zie vervallen. Ze zetten YouTube filmpjes op hun Facebookpagina’s waarin de beelden van concentratiekampen worden afgewisseld met beelden van Palestijnse gevangenkampen. Op mijn column over de dodenherdenking verscheen zelfs een reactie van een bekende, die beweerde dat nu de Joden “de laatste jaren ook hard bezig zijn om zichzelf in de rol van agressor te werken” ook een argument is om de te stoppen met het herdenken van de Holocaust.

Dat soort voorbeelden springen in het oog. Maar er zijn ook opmerkingen, die onschuldiger lijken, terloops worden gemaakt zodra Israel weer in opspraak komt, dat “de Joden toch beter zouden moeten weten”. Ik negeer het tegenwoordig, zo vaak hoor ik het. Maar het uitstekende artikel van Marcel Möring afgelopen week in de Groene Amsterdammer deed me weer inzien hoe weerzinwekkend de vergelijking eigenlijk is. Möring vraagt zich hardop af hoe zo’n opmerking geïnterpreteerd dient te worden. “Dat Israël gelijkstaat aan ‘de joden’ en dat die het beter moeten doen dan de Nederlanders, de christenen, de eskimo’s? Dat de joden tussen 1936 en 1945 hun lesje zouden moeten hebben geleerd?”

Het is precies die suggestie, die ik wél onacceptabel vindt. Antisemitisme, niet door dorpsgekken of verwarde agressievelingen op straat, maar als onderdeel van een gedachtegang, een redenering die tot de conclusie moet leiden dat Joden net zo erg waren als de Nazi’s. Misschien moeten we niet elk scheldwoord tellen, maar dit intelligenter soort antisemitisme iets beter in de gaten houden.