Dit zijn de negen dingen die ik leerde over Joods zijn sinds ik naar Amsterdam verhuisde.
1. In Amsterdam is het een fractie minder vreemd dat je Joods bent. In Dordrecht, waar ik vandaan kom, kennen de meesten maar één Jood, en dat ben ik. In Dordrecht ben je altijd “dat joodse meisje”, waar je ook komt. In Amsterdam kennen de meeste nog wel een andere Jood, of tenminste iemand die er Joods uitziet, of Cohen heet, een leraar, een buurvrouw, de burgermeester. In Amsterdam blijf je trouwens wel nog steeds “dat Joodse meisje”. Het blijft altijd een ding.
2. In een metro vol opgefokte Ajacieden stappen is net zo ongemakkelijk als in een stoptrein zitten die op Rotterdam-Zuid volstroomd met Feyenoorders. Of ze nou “Joden, Joden” roepen of “Kankerjoden! Kankerjoden!”, of ze je nou willen doodknuppelen, of doodknuffelen, het is allemaal even beangstigend.
3. Het is ontzettend fijn, om zo nu en dan zo’n goed in beeld gebracht opstootje van antisemitische hooligans in het nieuws te hebben. Of zo’n trambestuurder die zich even laat gaan. Of een homevideo van een Marokkaans jochie die in een beetje zielig winkelcentrum loopt te roepen dat hij “Joden wil steken”. Met zo´n antisemitische mini-hype kan je weer lekker even gezamenlijk je afgrijzen uitspreken, verklaren dat het allemaal steeds erger wordt, en steeds bedreigender en “er weer donkere wolken lijken samen te pakken boven de Joodse gemeenschap”. En dan schuif je allemaal nog wat dichter tegen elkaar aan en blijkt zo´n gemeenschappelijke vijand toch best gezellig op zijn tijd. Het is ook goed voor de relatie tussen liberale en orthodoxe joden, en tussen de verschillende religies, want moslims en christenen doen meestal gezellig mee met afgrijzen, en dat schept toch een band.
4. Textieljoden kom je niet zo makkelijk tegen. Ik had me daar erg op verheugd, op dat spannende duale karakter van de Joodse gemeenschap zoals Robert Vuisje dat beschreef: textieljoden wonen in Buitenveldert, de intellectuele joden in Oud Zuid, de scheidslijn is de Apollolaan. Textieljoden zijn babbelaars en regelaars, ze wonen in witte bungalows en ze dragen spijkerbroeken van Armani of Calvin Klein. Intellectuele joden zijn wereldvreemd en onhandig. Ze hebben net als textieljoden ook veel geld, maar ze vinden het alleen niet beschaafd om daar de hele dag over te praten. Het is me nog steeds niet gelukt er één te ontmoeten. Het zou ook goed kunnen dat ze helemaal niet bestaan.
5. Bijna alle Joden in Nederland wonen in Amsterdam en Amstelveen. Daardoor heb je ook meer handige Joodse voorzieningen in zo´n gebied. Één zo’n handige voorziening is de “Eroev”. Dat is een soort afbakening, zoals je op een camping paaltjes hebt waartussen je je tent mag opzetten. De Eroev is ontzettend handig, want op Sjabbat mogen vrome Joden alleen binnenshuis de kinderwagen duwen, of iets dragen zoals een tas, of een schaal met koekjes, of een pan soep. Met een afbakening rond heel Amsterdam heeft de Joodse gemeenschap van de stad een soort denkbeeldige huiskamer gemaakt. Hier weet de doorsnee Amsterdammer niets van, dat hij eigenlijk in een denkbeeldige Joodse huiskamer woont. De denkbeeldige huiskamer wordt heel serieus genomen. Je kunt zelfs naar een speciaal telefoonnummer bellen om te vragen of de denkbeeldige huiskamer op dat moment geldt. Er gaat regelmatig wat mis. Soms valt er wel eens een muur uit en dan geldt de denkbeeldige huiskamer niet. De Amstel geldt bijvoorbeeld als natuurlijke afbakening en toen die afgelopen winter bevroor mocht niemand in Buitenveldert een kinderwagen buiten duwen op zaterdag. Het is een wonderlijke wereld.
6. Je zou een avondvullende komische voorstelling kunnen maken met nog veel meer van die Life of Brian-achtige aspecten van het vrome leven. Zo zijn er best veel orthodoxe Joden die het automatische lichtje van hun koelkast uitschakelen op sjabbat omdat ze telkens als ze de deur open doen het lichtje aanmaken en dat is verboden. Ook liggen er velletjes voorgescheurd wc-papier omdat het op één of andere manier verboden is om te scheuren op sjabbat (ook als er al van die handige kartelrandjes in het papier zitten gedrukt, en er van echt scheuren nauwelijks meer spraken is). Ik weet niet of je dat papier zo kunt kopen of er daadwerkelijk iemand is die dat papier moet voorscheuren elke vrijdag.
7. Orthodoxe Joden weten hoe je mooie feestjes geeft. Zodra je je in een Joodse netwerkje op Facebook begeeft wordt je om de haverklap uitgenodigd voor sjabbesetentjes, sjabbeslunch, debatten, partijtjes, voetbal kijken, pizza eten, keppels haken, hutten bouwen, schaatsen, fietsen, loungen of bidden. Je kunt in Amsterdam een volledig Joods sociaal leven opbouwen, zodat je je toch Joods voelt, zonder dat je daarvoor naar een synagoge hoeft.
8. Dr Oetker kloppudding chocolade is wel koosjer, maar kloppuding vanille niet. “Calvé lichte mayonnaise met een vleugje knoflook” is wel koosjer, “Calvé lichte mayonnaise met een vleugje mosterd” is treif. Alle vruchtenhagel is verboden (zowel bosvruchten als de gewone versie), net als muisjes en gestampte muisjes dus ik vrees dat het vrome leven niet voor mij is weggelegd.
9. Orthodoxe joden geloven trouwens net zo weinig in God als liberale Joden of seculiere Joden.
Deze column verscheen op 27 augustus 2012 in het Nieuw Israëlietisch Weekblad.