Deze week werd Frank R. in Cuijk gearresteerd. Op zijn computer trof de politie duizenden films en foto’s aan van minderjarige meisjes. Weer een pedofiel die jarenlang straffeloos zijn gang kon gaan: hij misbruikte honderden minderjarigen online.
Pas toen hij in de echte wereld met een twaalfjarige in een auto werd aangetroffen, kon zijn pedocarrière worden beëindigd.
Voor het geval u het nog niet door had: de politie speelt nog steeds nauwelijks een rol op het internet.
Nederlandse pedofielen blijken keer op keer volledig vrij om terabytes aan beeldmateriaal te up- en downloaden. Ze wisselen adviezen uit en houden theekransjes met lotgenoten op internetfora, geen haan die ernaar kraait.
Pas toen in Amerikaans onderzoek Nijntje op een shirt van een peuter opdook, kwamen we erachter dat één van de grootste babypornoproducenten ter wereld in onze eigen hoofdstad huis hield.
Probleemloos kon hij jarenlang het alfa-mannetje van online pedofielennetwerken uithangen. Alleen tijdens het echte misbruik moest hij over zijn schouder kijken.
En zelfs als pedofielen als Robert M. achter de tralies zitten, gaat het misbruik door. De beelden van de kinderen blijven nog heel lang op internet dienen voor het seksuele genot van anderen wereldwijd, die op hun beurt ook weer weinig te vrezen hebben tijdens het downloaden.
Big brother watching? Dat mochten we willen. Het blauw loopt op straat, in plaats van online, omdat de burger daar lekker rustig van wordt. De politie tapt nog steeds voornamelijk telefoons en het dataverkeer van die telefoons af. Enig idee hoeveel onderzoeken naar cybercriminaliteit er werden afgerond in de recente prestatiecijfers van de politie? Nul.
De enige die ons internetverkeer een beetje effectief aan het monitoren is, zijn de Amerikaanse inlichtingendiensten, zo lijkt het.
De vraag is of een nieuw wetsvoorstel van minister Opstelten, dat eerder dit jaar werd ingediend, hierin eindelijk verandering kan brengen. De recherche zou dan onder andere de mogelijkheid krijgen om computers van verdachten te hacken, inclusief het tracken van toetsaanslagen, het opsporen van materiaal in de cloud en het decryptiebevel, om verdachten te verplichten versleutelde documenten openbaar te maken.
Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State. Na de publicatie van dit wetsontwerp liet de pavlovreflex van de burgerrechtenbeweging Bits Of Freedom niet lang op zich wachten.
Die reactie klinkt elke keer ongeveer hetzelfde: eerst leggen ze uit dat het hele domme wetgeving is, dat het online allemaal veel ingewikkelder ligt, dat criminelen al veel moeilijker te grijpen zijn en dat de nieuwe wetgeving alleen maar een onnodige inbreuk is op de privacy.
Suggesties over hoe de groeimarkt van cybercrime dan wél aan te pakken, blijven steevast achterwege. Bits of Freedom wíl namelijk helemaal niet dat politie en justitie meer toegang krijgen online. Internet blijft voor dit soort activisten een soort parallel universum, waarin vrijheid en privacy het hoogste goed is. Ononderhandelbaar. Het probleem is alleen dat het internet geen parallel universum, maar een échte wereld, met échte diefstal, échte schade, échte meisjes van twaalf die slachtoffer worden.
Nu is het zo dat de politie altijd achter de feiten zal aanlopen. Het is de natuur van de rechtsstaat: ze zullen nooit zo hard kunnen innoveren als de criminaliteit. Ze moeten wachten op de rechter, op het ministerie, op de politiek, op de democratie.
Telkens weer wordt vrijheid zorgvuldig tegen veiligheid afgewogen voordat er nieuwe bevoegdheden aan politie worden gegeven, en zo hoort het ook.
Maar online lijkt het erop alsof de veiligheid nog nooit heeft gewonnen. Schrijnend is het om te zien hoe straffeloos criminelen online hun gang kunnen gaan. Tijd dat dat verandert.
En als cybercriminelen ook maar een beetje lijken op hun equivalenten in de fysieke wereld, hebben ze echt niet allemaal zulke CSI-achtige vernuftigheid in huis, maar bestaat de meerderheid ook vooral uit nogal dommige types die dommige fouten maken.
Met nieuw mankracht en nieuwe bevoegdheden zijn de zwakke schakels in zo’n crimineel netwerk prima te tackelen door de politie.
Het zou in ieder geval winst zijn als we niet meer hoeven te wachten tot de Frank R’s van deze wereld iemand in uniform tegen het lijf lopen voordat zijn misbruik aan het licht komt.
Misschien kan Opstelten een nieuwe slogan gebruiken: meer veiligheid, minder blauw op straat.