Toen we vorige keer dit gesprek moesten voeren, toen over rituele slacht, werd dierenmishandeling als belangrijkste excuus ingezet om godsdienstvrijheid te beperken. Nu komt de besnijdenis van jongens weer ter tafel met het argument dat ouders geen onomkeerbare beslissingen mogen nemen voor hun kinderen.
Let wel, in Nederland mag een ouder beslissen of een kind wordt geboren. Een ouder mag zijn kind leren dat het naar de hel gaat als hij zich niet gedraagt. Een ouder mag het kind leren dat je alleen rauwe groente en zaden mag eten omdat je jezelf anders vergiftigt. Een ouder mag een kind leren dat alle Feyenoorders kakkerlakken zijn en dat de stad Rotterdam een verdorven plek is. Een ouder mag een kind al zijn normen en waarden en geloof en angst en haat en liefde meegeven, opzettelijk of onopzettelijk, goedschiks of kwaadschiks. Een ouder geeft een kind zijn DNA en zijn opvoeding, zowel nature als nurture.
Maar oh wee, als een ouder het kind besnijdt. Want dat, dames en heren, is onomkeerbaar.
De aanleiding van het deze week heropende debat over de besnijdenis van jongens is het medische gebekvecht tussen Amerikaanse en Europese kinderartsen. Afgelopen maandag haalde de nieuwste Europese veldslag zelfs de voorpagina van deze krant. In het kort komt het hier op neer: Europese kinderartsen vinden dat besnijdenis meer nadelen heeft dan voordelen. Amerikaanse kinderartsen zien meer voordelen dan nadelen. De Amerikanen verwijten de Europeanen slordig literatuuronderzoek te hebben gedaan. De Europeanen verwijten de Amerikanen aan culturele vooroordelen te lijden.
Bij het bestuderen van de publicaties ontdek je dat beide kanten een punt hebben. Er zitten nadelen aan besnijdenis: zoals het risico op doorgaans niet zulke ernstige complicaties. Er zou ook een correlatie zijn tussen besnijdenis en seksuele problemen, ook al wordt de onderbouwing daarvan in het Amerikaanse weerwoord met de grond gelijk gemaakt.
Er zijn ook voordelen: besnijdenis zorgt voor betere hygiëne en significant minder overdracht van een aantal soa’s waaronder hiv in heteroseksueel geslachtsverkeer. Maar in de westerse wereld, waar dat soort hiv-besmettingen nauwelijks voorkomen en iedereen met grote regelmaat een douche neemt, zijn ook de voordelen van besnijdenis te verwaarlozen. Er is dan ook maar één belangrijke conclusie uit deze woordenwisseling te trekken: besnijdenis heeft nauwelijks voordelen, maar het zorgt ook niet voor een grote medische misstand.
Je zou dus kunnen stellen dat medische argumenten maar een kleine rol spelen in dit debat. Toch blijven artsen zich maximaal ermee bemoeien, alsof niets anders dan geneeskunde doorslaggevend zou moeten zijn. De reden dat Amerikaanse artsen zich in de discussie mengen is duidelijk: hun standpunt heeft directe gevolgen voor de financiële vergoeding van besnijdenis uit publiek geld. In Europa ligt het anders. De enige reden waarom bijvoorbeeld Nederlandse artsen al hun gewicht en autoriteit inzetten in de discussie, is omdat ze een besnijdenisverbod willen bewerkstelligen. Dat verbod is gebaseerd op veel meer dan alleen medische gronden. Artsen spreken in dit land met net zoveel autoriteit over geneeskunde als dat ze een oordeel vellen over lichamelijke integriteit van het kind, over godsdienstvrijheid en de reikwijdte van de zeggenschap van ouders over hun kinderen.
Des te komischer is het dus ook dat juist de Europese artsen hun Amerikaanse collega’s culturele vooringenomenheid verwijten. Heus, culturele vooringenomenheid speelt mee bij die Amerikanen. Niet-medische besnijdenis is in de Verenigde Staten nog steeds een gewoonte die maar heel langzaam verdwijnt. Nog steeds wordt vijftig procent van de jongens, religieus of niet religieus, bij geboorte besneden. Ridicuul.
Maar uit Europese hoek is het een bizar verwijt. De culturele component van het besnijdenisdebat is hier niet minder afwezig. Nergens ter wereld vind je zoveel kritiek op gelovigen en afkeer van religie als in Noord-Europa, waar de auteurs vandaan komen. Dit is één van de meest atheïstische delen van de wereld. Hier staat de vrijheid om je anders te gedragen, andere levensstijlen, andere rituelen erop na te houden dan de geoorloofde atheïstisch gewoontes, continue onder druk. Waar niet-medische besnijdenis in Amerika een bijna achteloze gewoonte is, wordt het hier gezien als een immens kwaad, een regelrechte mishandeling van het kind en een legitieme grond om op het ouderlijk gezag en de godsdienstvrijheid in te breken.
Maar gelukkig speelt die hele cultuur volstrekt geen rol in het oordeel van de artsen over besnijdenis. Dat is gebaseerd op puur medische gronden.
Right.