De demonstratie tegen megastallen deze zaterdag op de Dam wordt vast een succes. Zo’n stal spreekt enorm tot de verbeelding, zo blijkt. Honderdduizend kippen, die aan de lopende band worden geboren en ook weer geslacht. 8000 vleesvarken zonder stro, zonder daglicht. Het is geen prettig beeld.
Voor ons dan. Want wij houden van daglicht, en van aandacht, en van een lang en betekenisvol leven. Of de kip erom geeft of hij na 42 dagen of na 3 jaar wordt geslacht is onbekend. Uiteindelijk weten we niet of een varken gelukkig wordt van stro. We weten alleen dat wij gelukkig worden als het varken stro heeft. Het is zelfs denkbaar dat het beter toeven is op een megastal. Grotere bedrijven investeren meer in zaken als luchtcirculatie, er is minder veetransport nodig. En een kip heeft echt geen flauw benul of hij met duizend soortgenoten of honderdduizend soortgenoten op een stal staat, zolang hij dezelfde hoeveelheid ruimte heeft.
Maar ik moet toegeven, ook ik ga langzaam minder vlees eten. Het smaakt me gewoon niet meer zo goed, ik geniet er minder van. Eerder was ik fervent vleeseter: gehakt door de pastasaus, kip op brood, piri-piri poten, maar het begint me tegen te staan, die roze lappen kipfilets in zo’n plastic bak, het is me steeds meer FEBO, massa, fout.
Natuurlijk komt het deels door het gezondheidsaspect. Kip barst van de resistente bacteriën. En van rood vlees wordt je ziek, althans het bewijs daarvoor stapelt zich op. Eerder viel het op hoe in landen met hoge rundvleesconsumptie (Europa, Amerika) veel meer mensen darmkanker kregen dan in vegetarische landen (India) of lamsvleeslanden (Arabische wereld). Japan ging pas na de Tweede Wereldoorlog rundvlees eten en een aantal decennia later breekt daar ook een halve epidemie aan darmkanker uit. Deze week verscheen er de zoveelste studie die de correlatie tussen rood vlees en een vroege akelige dood laat zien. Vlees is in hoog tempo het nieuwe roken aan het worden.
Maar dat is het niet alleen. Vermoedelijk hebben die radiospotjes van Wakker Dier ook iets met mijn groeiende afkeer van vlees te maken. Of die reclames met “de evolutie van de kip” waarin het eindresultaat een soort misvormd topzwaar mormel is: “gallus kiloknallus”, de zogeheten plofkip. Rationeel vind ik zo’n kip niet zo’n probleem, zolang hij niet teveel antibiotica hoeft en geen pijn heeft. Prima vlees verder, lekker goedkoop. Toch ben ik ergens mijn eetlust verloren.
En rationeel of niet, dat is het enige wat er toe doet. Als de consument, al dan niet wakker geschud door reclameboodschappen van actiegroepjes, het vlees niet meer lust, dan moet de supermarkt ander vlees in het schap leggen. Dat is marktwerking. En daar speelt Wakker Dier op in.
Ik mag dat soort activisme eigenlijk wel. Zeker als je het vergelijkt met het politiek activisme van Marianne Thieme. Naast het saboteren van het openbaar bestuur door het stellen van een recordaantal nogal overbodige Kamervragen (over een Drents schaap, een ooievaar, een orka), probeert die partij vooral haar hardnekkige dierenobsessie in allerlei regels en richtlijnen en keurslijven te vereeuwigen. Nu hebben de megastallen weer de aandacht. Daar moet een verbod op komen. Een maximale grootte voor een bedrijf. Gewoon, voor ons gevoel.
Dan heb ik liever Wakker Dier. Die zitten aan de tafel bij Albert Heijn, C1000, de Makro. Ze laten weten welke producten in de ban gaan. Soms gaan de winkels mee. Nu, in het geval van de plofkip niet. Dan volgt er een spotje die de consument meedeelt: “Albert Heijn verkoopt plofkippen”. En als de consument dat vervelend genoeg vindt, haalt Albert Heijn misschien alsnog de plofkippen uit het schap. Niet omdat er een regel uit Den Haag komt. Gewoon omdat de consument het niet meer lust.