De New England Journal of Medicine publiceerde deze week een bijzonder hoofdredactioneel commentaar. De vraag die voorligt is of je, als je een groot gerandomiseerd en placebo-gecontroleerd onderzoek publiceert, ook de originele data moet vrijgeven? De schrijvers willen graag tot 5 jaar na de eerste publicatie het alleenrecht om de data van het onderzoek te gebruiken om te voorkomen dat anderen er mee aan de haal gaan, analyses uitvoeren en meeprofiteren. Het commentaar werd ondertekend door 282 onderzoekers, waaronder drie Nederlandse cardiologen.
In mei nam ik, na een lelijk conflict, gedesillusioneerd ontslag van mijn postdoc-baan aan de universiteit. Ik mis het onderzoek heel erg. Maar die hermetische cultuur van je kaarten tegen de borst houden, dat gebrek aan openheid, dat mis ik niet. Nu ik me buiten de academisch poorten begeef realiseer ik me pas hoe erg het is. Het is niet alleen het delen van data tussen onderzoekers. Het gaat ook gewoon om de resultaten van wetenschappelijke studies te kunnen lezen.
Nu ik zelf met grote regelmaat tegen betaalmuren oploop, realiseer ik me pas hoe belachelijk zoiets is. Gewoon voor mijn column of boek iets opzoeken. Mijn vakgebied blijven volgen. Hoeveel is er eigenlijk bekend over voordelen van borstvoeding na zes maanden? Ik zoek het op en dan staat er “Sign in”. Of “koop dit artikel voor 35 euro”. Ik aanschouw het bastion nu van buitenaf. De hele site schreeuwt je toe dat het vooral NIET de bedoeling is dat je dit paper leest. Dat ik daar niet hoor.
Ik schaam me een beetje om toe te geven dat ik er ooit anders over dacht. Drie jaar geleden schreef ik nog in deze krant dat ik openlijke toegang tot wetenschappelijke tijdschriften maar belachelijk vond. Iedereen die iets over mijn biochemisch werkjes wilde weten had toch wel toegang. Boy was I wrong. Nu ik op Facebook moet bedelen of iemand me een pdf’je wil toesturen realiseer ik me pas wat een groot onrecht het eigenlijk is. Voor schrijvers zoals ik. Voor diëtisten en psychologen en kraamzorgers en verpleegkundigen en docenten op middelbare scholen. Voor u, belastingbetaler. Veruit belangrijkste geldschieter van wetenschappelijk onderzoek. En voor die jonge vrouw die een joekel van een tumor in haar borst heeft en zich afvraagt welk wetenschappelijk bewijs er is voor het nut van een extra rondje chemo. Zij deed ook gewoon een tweejarige onderzoeksmaster. Zij leerde ook kritisch papers lezen en volgde vakken statistiek. De Nederlandse regering vindt het steeds belangrijker worden dat dat onderzoekend vermogen bij studenten wordt ontwikkeld. Ook bij HBO’ers. Maar wat is het nut ervan? Na het afstuderen zit die statistiek achter een betaalmuur.
Het gekke is dat veel wetenschappers tegenwoordig op Twitter zitten. Ik weet wat ze doen in het weekend, ik weet hoe hun kinderen eruit zien. Maar ik weet niet met welk onderzoek ze bezig zijn. Ondanks tientallen sympathieke initiatieven en open access tijdschriften is het nog maar de vraag of de experimenten die ze vandaag doen ooit openbaar zullen worden gemaakt aan de wereld. Misschien is de uitkomst negatief en wordt het niet gepubliceerd (te lage impact factor). Misschien vinden de peer-reviewers het niet belangrijk genoeg. Misschien houdt de funding op en blijven alle bevindingen eeuwig op de plank liggen. Of misschien moet ik drie jaar wachten en kan ik het na betaling van 40 dollar lezen. Dan nog is maar de vraag of ik de originele data kan inzien. Als het aan de auteurs van dat commentaar ligt in ieder geval de eerste jaren niet. Ze zijn bang dat iemand er mee aan de haal gaat.
Gek. Ik dacht dat het doel van wetenschap juist was dat er mensen mee aan de haal gingen.
Ik wil graag een doorstart maken in het onderzoek. Maar niet op de oude manier. Ik wil eigenlijk alleen nog maar werken in een volledig open keuken. Mijn experimenten bij wijze van spreken livebloggen. 140 tekens over of het lukt om een stofje op te lossen en zoja, hoe dan. Een wekelijks blogje over de voortgang, overwegingen, vragen, twijfels, dilemma’s. Een filmpje hoe mijn bacteriën groeien. Tien voorpublicaties voor het grote paper online staat. Voor iedereen open en bloot te zien, te delen en te becommentariëren, inclusief alle originele data. Radicaal transparante wetenschap, of geen wetenschap.
Als u met dat idee aan de haal wilt gaan: geweldig!