Afgelopen week verscheen Edward Snowden na lange tijd weer in beeld. In een Moskovitisch hotel werd hij geïnterviewd door de populaire tv-comedian John Oliver, die hem zonder veel slag of stoot meedeelde dat Amerikanen zijn vergeten wie hij is. Zelfs nu de Patriot Act, de wet die de NSA in staat stelde om hun sleepnetten over onze privacy uit te werpen, moet worden verlengd is er geen echt debat over de documenten die Snowden onthulde.
Tijd om met iets tastbaars te komen, volgens Oliver, iets waar Amerikanen echt om geven. ‘Dick pics’ bijvoorbeeld. Als een Amerikaanse man een foto van zijn piemel verstuurt, kan de NSA die dan zien? Het werkte. Er was ophef over. Snowden was weer heel even nieuws en misschien hadden mensen het thuis wel weer heel even over hun privacy.
In Nederland presteerde Arjen Lubach, die zijn eigen Amerikaans-achtige lachshow heeft, precies hetzelfde rondom TTIP. Dat is het grote handelsverdrag dat voor de VS, de EU-lidstaten en een tiental andere landen de regels en importtarieven gelijk moet trekken voor een waslijst aan industrieën en producten van zonnebrandcremes tot medicijnen tot oesters tot auto’s tot varkens tot airconditioners tot bankproducten tot vliegtuigen tot serviesgoed.
En ook al zijn de onderhandelingen nog lang niet klaar en is het volstrekt onduidelijk wat er in het uiteindelijke verdrag komt te staan, toch is het volgens Arjen Lubach de hoogste tijd dat de burger zich er mee gaat bemoeien. Net als John Oliver privacy sexy probeert te maken met dick pics, trekt Arjen Lubach ook maar iets sensationeels uit de kast om de mensen aan het denken te zetten over TTIP: ‘de chloorkip’. Chloorkip is een populaire term voor Amerikaanse kip die, nadat hij geslacht en geplukt is, in een waterig chloorbadje wordt ontsmet. In Europa hebben we een andere tactiek, wij proberen besmetting te voorkomen in de hele keten. Oftewel, Amerikanen genezen, wij voorkomen. Onze kip is daardoor duurder, omslachtiger, maar niet veel veiliger dan de Amerikaanse variant. Kip blijft levensgevaarlijk. Zo’n 60 tot 70 procent van zowel de Amerikaanse kip als de Europese kip is besmet met campylobacter, een bacterie die je ernstige diarree bezorgt. Eigenlijk is het onvoorstelbaar dat we, met al onze veiligheid- en gezondheidsobsessie, zo’n gevaar accepteren.
Maar waar wil Arjen Lubach dat we ons druk over maken? Over zo’n lullig chloorbadje. Omdat het eng klinkt. Of chemisch. Op een complex probleem als voedselveiligheid kun je duizend-en-één studies en behandelmethodes en strategieën loslaten, maar die overwegingen zijn niet aan Lubach besteedt. Die laat gewoon een plaatje van een kip met twee Glorixflessen onder zijn vleugels zien, en verklaart dat we nu eenmaal met z’n allen besloten hebben dat we geen chloorkip believen in Europa. En daarmee uit.
Het resultaat: de cabaretier heeft met succes TTIP op de kaart gezet en ervoor gezorgd dat heel tv-kijkend Nederland bij TTIP nu vooral denkt aan kip in Glorix-saus. Het probleem: het is onzin. Behalve een uit zijn verband getrokken zinnetje uit de Telegraaf wijst weinig erop dat de verschrikkelijke chloorkip aan de grenzen van Europa staat. Sterker nog, iedereen inclusief Ploumen en Merkel en de verantwoordelijke Eurocommissaris, heeft gezegd dat de chloorkip er niet komt. Het doet me denken aan die tijd dat Nederland geen flauw benul had van wat er in vredesnaam in de Europese grondwet stond, maar we er toch over moesten stemmen. Toen zijn we met zijn allen gaan geloven dat het ging over de vraag of Turkije lid moest worden van de EU. (We vonden van niet.) Alles voor de ‘bespreekbaarheid’, alles voor de betrokken burger. Die moet op de hoogte worden gehouden van wat er in Brussel achter gesloten deuren allemaal wordt bekokstoofd. Dan is een beetje wild in de rondte speculeren kennelijk geoorloofd.
Gekke vraag misschien, maar hoe zinnig is het om in dit stadium inspraak te eisen? De onderhandelingen gaan nog een jaar duren, met honderden verschillende onderwerpen waarop moet worden toegegeven of moet worden ingeleverd, waar onderhandelaars blufpoker moeten spelen of zich juist kwetsbaar moeten tonen. Is het redelijk om dan volledige openheid te eisen? Is het nuttig om dan het jeremiërende publiek aan tafel te hebben, dat opgezweept door een melige talkshow vooral maar de hele tijd blijft hameren op de regels voor het gebruik van chemicaliën voor de ontsmetting in de pluimveehouderij? Misschien moeten we even wachten, even kijken of al onze grote angsten wel relevant zijn voor het eindresultaat.