Ik weet niet hoeveel u weet van Saint Louis, mijn woonplaats in de VS. Maar misschien weet u dat er hier een opmerkelijk bouwwerk aan de rivier staat: de Gateway Arch. Een tweehonderd meter hoge roestvrij stalen boog, in de jaren ’60 gebouwd als monument voor de Westelijke Expansie van de VS. Ik vind het een prachtig kunstwerk: elegant en tegelijkertijd majestueus.
De Arch is voor Saint Louis wat de Eiffeltoren voor Parijs is. Het geeft de stad smoel, karakter, imago, een zwaartepunt. Hoe dichter je in de buurt komt, hoe indrukwekkender hij is. De Arch zorgt ervoor dat je een ansichtkaart kan versturen met de St. Louis skyline en dan vraagt niemand zich af waar je op vakantie bent geweest. Ja, ik ben dol op die boog.
En Saint Louis is dol op zijn boog. Dit weekend bestaat hij vijftig jaar. Groot feest, met een vliegshow, concerten en vuurwerk. De bouwvakkers die het ding destijds stukje voor stukje aan elkaar lasten, staan er deze week als celebrity’s bouwhelmen te signeren.
Maar hoe geliefd de Arch ook is, het is wonder dat hij ooit gebouwd is. Welk volk besluit er nou om uit het niets een peperdure gigantische roestvrij stalen boog in het hart van zijn stad neer te zetten? Het project was bijna even duur als de bouw van het Pentagon, maar in tegenstelling tot het Pentagon kun je helemaal niets met de Arch. Het dient geen enkel nut, het staat daar maar, monument te zijn, kunstwerk te zijn, over Saint Louis te waken. Voor de bouw moesten bijna veertig blokken aan historische huizen met prachtige gietijzeren gevels en sierramen worden onteigend en gesloopt.
En net als vele andere grote publieke werken staat ook de Arch met zijn poten in de blubber van fraude, tegenvallers, corruptie en publieke woede. Toen het stadsbestuur in 1935 de rivierkant wilde renoveren, besloten ze de bevolking te vragen om te stemmen over het budget van 7,5 miljoen dollar. Dat referendum werd een historisch dieptepunt van de Amerikaanse democratie. 71 Procent was vóór, maar volgens de lokale krant was dat het resultaat van Sovjetachtige verkiezingsfraude. Desalniettemin ging het project door. Dertig jaar later bestond de Arch. Nu kijken we er met bewondering en liefde naar. Er komen jaarlijks 2,5 miljoen toeristen op bezoek. Toen ik over deze geschiedenis las, dacht ik aan de Hogesnelheidslijn en de Fyra – het meest recente hoofdstuk in onze eigen geschiedenis van wanbeleid, fraude, budgetoverschrijdingen en corruptie. Het was pijnlijk en beschamend om erover te lezen. En we hadden dit al twee keer eerder meegemaakt in de afgelopen tien jaar. Dit was de derde enquêtecommissie die keihard oordeelde over het structurele falen in het bestuur van grote infrastructurele projecten. U herinnert zich vast nog de Betuwelijn, en zijn eindeloze budgetoverschrijdingen, en de ineenstortende huisjes in Amsterdam, toen de Noord-Zuidlijn werd gebouwd. Vele miljarden te duur. Vele jaren te laat. Weer wanbeleid, falen, debacle, fiasco. Woorden die in Nederland tegenwoordig onlosmakelijk verbonden zijn met grote infrastructurele plannen.
Elke enquêtecommissie heeft tot nu toe hetzelfde geconcludeerd: bij het bedenken en het uitrekenen van zo’n project heerste er telkens onterecht optimisme. De complexiteit wordt onderschat, de resultaten overschat. De bestuurders liegen zichzelf voor, en elkaar, en ze liegen de Kamer voor en ze liegen het volk voor.
En toch, het resultaat van al die zelfoverschatting is dat er in de afgelopen tien jaar drie nogal indrukwekkende infrastructurele projecten in Nederland zijn ontwikkeld. De Betuwelijn vervoert honderden treinen per week en wordt straks, eenmaal aangesloten op het Duitse netwerk, echt rendabel. De Noord-Zuidlijn kreeg deze week zijn eerste testrit. In 2017 heeft de hoofdstad een metrolijn die decennia lang een onhaalbare droom was. En ook de HSL-lijn bestaat gewoon. We kunnen er nog niet op rijden, en daar zijn we terecht woest over, maar als het stof straks gaat liggen, ligt dat traject er nog steeds, inclusief alle tunnels en andere technische hoogstandjes. De enige horde die genomen moet worden is de aanschaf van een paar degelijke treinen.
Net als bij de bouw van de Arch zijn die projecten een wonder. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het zonder die schromelijke zelfoverschatting nooit was gelukt. Het resultaat is dat St. Louis nu een van de indrukwekkendste riverfronts wereldwijd heeft. En dat u binnenkort met hoge snelheid van Amsterdam naar Brussel zoeft. En er straks een metrolijn door hartje Amsterdam loopt. Over een paar decennia is al die bestuurlijke ellende een vage herinnering. Misschien is het nodig om onszelf voor te liegen om iets groots te kunnen bouwen.