Toen deze week de AFM zijn visie presenteerde op het pensioendebat, en daarin suggereerde dat het verstandig zou zijn ZZP’ers te verplichten om pensioen op te bouwen, dacht ik aan alle plannetjes, en bescherminkjes en bemoederinkjes waar de rest van de arbeidsmarkt, de gewone werknemer, onder wordt bedolven. Weinig plekken waar je als volwassen zo betutteld wordt als op je werk. Al die verplichte verzekeringen, voor als je ziek wordt, arbeidsongeschikt, of ontslagen. De belastingen die de werkgever voor de zekerheid maar alvast op je loon inhoudt (anders zuipen ze het vast in één keer op). Je bureaustoel op de juiste hoogte, de trapleuning verplicht vasthouden, geen twee bekertjes koffie in je hand. En dan het salaris. Dat krijg je niet zomaar gewoon per maand. Nee, dat krijg je als de werkgever denkt dat jij het nodig hebt. Eind december een dertiende maand voor de dure dagen. In mei een extra zakcentje voor de vakantie, om een ijsje van te kopen aan het strand. Alsof het kadootjes zijn, in plaats van verdiend loon.
En dan hebben we het nog niet gehad over het pensioenplan. Waar zowel werkgever en werknemer verplicht aan mee moeten doen. Een pensioen waarin, zo berekende het CPB in 2013, ongeveer 100 miljard euro van de jonge naar de oude generatie wordt overgeheveld. Niemand die vraagt hoeveel je wilt inleggen, hoe breed je het wilt hebben, hoeveel risico je wilt nemen, hoeveel solidariteit je tentoon wilt spreiden. Wie werkt in Nederland wordt in een uitgekiend solidariteits-keurslijf gewrongen. One size fits all.
Niet verwonderlijk dus, dat er zoveel ZZP’ers zijn in Nederland. Het aantal is in de afgelopen achttien jaar gegroeid van ongeveer 360.000 tot ongeveer 800.000, meer dan tien procent van de beroepsbevolking. Ik begrijp dat wel. Ik zou er ook tien keer over nadenken voordat ik personeel zou aannemen.
Maar al die ZZP’ers, dat zijn geen grootverdieners. De helft heeft een omzet van minder dan 50.000 euro per jaar. Één op de zes leeft onder de armoedegrens. Dit is een groep die grote risico’s loopt. Ze hebben vaak te weinig geld om zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Te weinig geld om buffers op te bouwen voor magere jaren. Te weinig geld om in een pensioenfonds te stoppen. Deze maand is een heus ZZP-pensioenfonds gestart. Eentje waar de gemiddelde werknemer verheugd over zou zijn. Met een écht individueel pensioen, waar je niet in je eentje het pensioen moet ophoesten voor drie grijsaards, waar je zelf inleg en risico regelt. Maar de animo was niet groot. 10.000 aanmeldingen. Volgens een SCP rapport dat eind vorig jaar verscheen bouwt éénderde van de ZZP’ers helemaal niets op.
En dat zouden ze natuurlijk zelf moeten weten. ZZP’ers zijn geen zielige types die hunkeren naar een leven in loondienst. Maar 6% geeft aan liever een vaste baan te hebben, de meeste zijn ondernemer omdat ze dat graag willen zijn.
En als je voor die vrijheid kiest, dan zou je de rest ook zelf moeten kunnen inrichten. Dan zou je zelf moeten bepalen of je later alleen van een AOW wil leven en hoeveel risico op armoede je wil lopen. Als het risico van dat ondernemen inderdaad neerkomt bij de ondernemer en zijn gezin zou dat je eigen keuze moeten zijn. Maar dat is niet zo. Het risico is voor rekening van de samenleving. Bijna 40% van de ZZP’ers heeft wel eens een bijstand- werkeloosheid- of arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving. Dat betalen die krimpende groep werknemers, die in dat knellende solidariteitskeurslijf zitten.
Ik ben tegen zo’n verplichte pensioensopbouw. Ik vind het een beperking van de vrijheid om je leven in te richten hoe je dat wilt. Ik vind dat je zelf moet bepalen hoe goed of slecht je het wil regelen. Maar ik snap wel waar het voorstel vandaan komt. Als er straks een half miljoen straatarme bejaarde oud-ZZP’ers rondlopen, reken maar dat één of andere socialist dan regelt dat de ouderen die wel een pensioen hebben opgebouwd tot solidariteit worden gedwongen. Het risico van die 800.000 ondernemers is vroeg of laat voor ons. En dat risico wordt steeds groter.