Met keratine parelextract (18 januari 2014 NRC)

Ik heb even overwogen om na het afronden van mijn proefschrift in het bedrijfsleven te gaan werken. Dat dilemma gaat nooit weg. Sommige dagen voelt het alsof je niets voor elkaar krijgt op de faculteit. Andere dagen vraag ik me af of ik genoeg voldoening zou vinden in het bedrijfsleven.

Gisteren was zo’n dag. Onder de douche las ik de verpakking van mijn hair conditioner. Op de voorkant staat wat er niet in zit: „geen sulfaat, fosfaat en parabenen”. Op de achterkant van het flesje staat wat er wél in zit, o.a. stearamidopropyl dimethylamine, cetearyl alcohol, hydroxypropyl guar hydroxypropyltrimonium chloride, butylphenyl methylpropional. Dat is toch opvallend: kennelijk is de consument bang voor parabenen en sulfaten maar smeert hij onbevreesd butylphenyl methylpropional in zijn haar.

Op internet vind ik de oorzaak van de angst: een grote collectie aan griezelverhalen over ziekmakende cosmetica. Over parabenen, een regulier conserveermiddel voor cosmetica, gaat bijvoorbeeld het verhaal dat het zich ophoopt in het lichaam, een oestrogene werking heeft en daardoor een voorname oorzaak van borstkanker is. Niets van dat alles is aangetoond in onderzoek waarin ratten helemaal werden volgepompt met verschillende soorten parabenen. (Als u meer wilt lezen over parabenen, kan ik u het artikel van Rob Nanninga en Hilje de Boer hierover aanraden op www.skepsis.nl.) Uiteindelijk zijn dit die typische broodjeaapverhalen die vrouwen op verjaardagen aan elkaar doorvertellen, die een eigen leven gaan leiden op internetfora en die nooit écht ontkracht worden. Hetzelfde gebeurde met aspartaam. Hetzelfde gebeurde met het baarmoederhalsvaccin. Op de universiteit kun je dan je schouders ophalen en de kudde voor gek verklaren. Maar op de R&D-afdeling van Unilever moet je mee met de gekte omdat het de omzet drukt. Die parabenen en sulfaten moeten snel vervangen worden door andere chemische verbindingen. De shampoo moet nog wel schuimen en niet bederven, en mag ook geen 100 euro kosten. Verder moet het een stofje zijn dat de consument geen gezwel bezorgt maar dat ook in de parallelle werkelijkheid van het roddelcircuit als veilig wordt beschouwd. En aan dat vraagstuk gaat dus een team hoogopgeleide chemici al hun kennis, kunde en denkkracht besteden. Een colonne van proefdieren moet er aan worden opgeofferd. Ik weet niet hoeveel voldoening zoiets geeft.

En dat is niet de enige quasiwetenschappelijke lariekoek waar je aan mee moet werken in het bedrijfsleven. Zie bijvoorbeeld alle shampoos in de supermarkt die beweren mijn haar te voeden. De kapper probeert me elke keer weer zo’n product aan te smeren. Alles wordt erin gestopt, vitamines, vezels, groenten en fruit, weldadige oliën, antioxidanten, aminozuren, de hele schijf van vijf. Haar is een dood strengetje eiwit dat ongeveer net zoveel voeding behoeft als een willekeurige muur in je huis. Maar de consument is kennelijk bereid te betalen om er een zorgvuldige geselecteerde mix voedingsstoffen tegenaan te kwakken. Dus worden dat soort producten verkocht. Dus moeten dat soort producten worden ontwikkeld.

En dan hebben we het nog niet eens over het parelextract in mijn douchegel gehad. Eerst begreep ik dat niet helemaal. Zover ik weet is een parel een vuiltje met een hele hoop oesterpus eromheen. Het bestaat voornamelijk uit laagjes calciumcarbonaat en een paar eiwitten. Hoe extraheer je daar iets nuttigs uit?

Het is een irrelevante vraag. Niemand geeft om de achterliggende chemie. Een parel is mooi, rimpelloos en glanzend. En als je je ermee in smeert word jij dat ook. Dat hebben ze 2000 jaar terug in China bedacht. En in plaats van die quatsch te negeren, verkopen we het als „eeuwenoude wijsheid uit het oosten”, waar de consument dolgraag in wil geloven.

Begrijp me niet verkeerd, als consument sta ik ook niet boven de flauwekul. Ik vind het best aardig, die parels in mijn douchegel. Nog een beetje zijde-eiwitten erbij, een vleugje diamantgruis en voilà, een luxueus douche.

Maar om zo’n product te helpen ontwikkelen? Om mijn tijd en energie te besteden aan het bevredigen van de volstrekt irrationele behoeftes van de consument? Dan moet ik wel heel diep naar de kapitalist in mezelf op zoek. Nog twee jaar wetenschappelijk onderzoek dan maar. Ik hoop dat het nuttig blijkt.

Comments are closed.