Bemoeienis van de staat (19.10.2013)

Als internet in de jaren zeventig beschikbaar was geworden in plaats van in de jaren negentig, dan was het een staatsvoorziening geweest. Er zou politieke consensus zijn dat een internetaansluiting essentieel is voor elke Nederlander om te kunnen communiceren, om zich te informeren en als volwaardig burger mee te kunnen doen aan de democratie en de samenleving. Derhalve zou er één provider zijn, met één glasvezelnetwerk met één abonnement voor één prijs, en duizenden ambtenaren in dienst. En als ook maar iemand zou suggereren dat het internetbedrijf ook best in private handen zou kunnen functioneren, of ernstiger, dat de hele markt vrijgegeven zou kunnen worden, zouden de burgers woedend zijn geweest. Ze zouden beweren dat privatisering internet duurder en langzamer zou maken, omdat commerciële bedrijven de infrastructuur niet goed zouden onderhouden.

Ik dacht daaraan toen ik deze week het VPRO-programma Slag om Europa zag, gepresenteerd door Roland Duong en Teun van de Keuken. Met een heel onheilspellende muziekje op de achtergrond kondigen ze aan dat het drinkwater geprivatiseerd zou moeten worden door een nieuwe Europese wet. Jawel. Drinkwater! Zelfs dat willen we in de uitverkoop doen! Wat volgt is een heerlijk suggestief stukje televisie, dat we kennen uit afleveringen van Keuringsdienst van Waarden waar we erachter komen dat bospaddenstoelen niet écht allemaal uit het bos komen en Turkse yoghurt niet écht uit Turkije komt. In zo’n scène zien we Duong aan de telefoon een ingewikkeld beleidsvraagstuk voorleggen aan een telefoniste van een groot bedrijf waarop hij vervolgens zichtbaar geïrriteerd op zijn horloge kijkt als er niet onmiddellijk een antwoord volgt. „Uuuh”, zegt de vrouw. Ze zegt maar één keer ‘uuuh’, maar het komt zeker drie keer terug in de aflevering. Prachtig dat vertoon van onvermogen, onwetendheid, onnozelheid tegenover deze razende reporters. Pownews-achtige opwinding bij de kijker.

Wat blijkt al snel? Er is geen sprake van dat de lidstaten hun drinkwaterbedrijven verplicht moeten privatiseren. Alle onheilspellende muziekjes mogen weer terug de kast in. Anders ligt het voor landen die financiële steun ontvingen tijdens de eurocrisis. Portugal bijvoorbeeld, dat 78 miljard euro steun kreeg om het te behoeden van de ondergang, moet zijn indrukwekkende collectie staatsbedrijven (scheepswerven, verzekeringsmaatschappijen en een luchtvaartmaatschappij) van de hand doen. En daar horen ook de drinkwaterbedrijven bij. „Neoliberalisme” noemen de presentatoren dat dan. (Getver). Teun van de Keuken interviewt een vrouw in een bakkerij, een gemeente-politicus, een groep demonstranten en de oud-directeur van een waterbedrijf. En, surprise surprise, ze zijn allemaal tegen. Drinkwater privatiseren zou resulteren in een hogere prijs en slechtere kwaliteit omdat bedrijven (soms zelfs uit China, bah) zouden verzuimen de infrastructuur te onderhouden. In het televisieprogramma is alleen D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld vóór de privatisering. Jawel, een Noord-Europese liberale politica, die ergens heel ver weg in een beetje steriele Brusselse hal de gruwelijke dictaten aan Portugal steunt. (Smullen).

Ondanks het onheilspellende muziekje ga je je tijdens zo’n uitzending toch afvragen waarom drinkwater eigenlijk zo anders is dan al die andere nutsvoorzieningen die we privatiseerden in Nederland, zoals elektriciteit, gas, telefonie en openbaar vervoer. Drinkwater is eigenlijk precies zo’n voorziening waar je heel duidelijk prestaties als kwaliteit en prijs in de gaten kunt houden en richtlijnen kunt voorschrijven.

Maar dat soort argumenten doen er allemaal niet toe. De onheilspellende muziekjes zitten niet alleen in het televisieprogramma, maar zitten vastgespijkerd in het hoofd van de mensen. Water is een gevoelskwestie. Ook al loopt half Nederland met plastic flesjes mineraalwater rond (ongeveer duizend keer duurder dan kraanwater), toch zijn we ervan overtuigd dat het kraanwater spotgoedkoop moet blijven, van excellente kwaliteit en dat staatsbedrijven daar altijd beter in zijn.

Noem mij maar neo-liberaal, maar de aanname dat commerciële bedrijven per definitie slechter presteren dan de staat, is nogal achterhaald. De stroom valt niet vaker uit dan vroeger. Het openbaar vervoer verbeterde bijna overal waar het werd aanbesteed. En internet is bijna volledig zonder staatsbemoeienis in Nederland uitgerold. Nooit kwam iemand op het idee om internetgelden te laten innen en van rijkswege modems te distribueren. Er kwam een prachtig glasvezelnetwerk en aansluitingen voor 94% van de huishoudens. Internet deed het beter zonder staatsbemoeienis. Misschien water ook wel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *