In het nieuwste Motivaction-onderzoek naar angst onder de bevolking geven de meeste respondenten aan bang te zijn voor de stijgende zorgkosten, de steun aan EU-landen, de verkeerde aanpak van de crisis en terrorisme.
Aan de ene kant zijn dat interessante uitkomsten. Aan de andere kant moet iedereen die deze lijst onder ogen krijgt zich realiseren dat muizen, spinnen, hersentumoren en neerstortende vliegtuigen ook hoog zouden scoren. Je moet mensen niet al te serieus nemen.
Opvallend is de correlatie tussen inkomen en angst. Hoe hoger het inkomen, hoe minder angstig mensen zijn. Zo’n verband ligt in de lijn der verwachtingen, maar toch vermoed ik dat er ook een omgekeerd effect bestaat. Dat er een vorm van luxeangst bestaat. Dat je ook bang kunt zijn, alleen maar omdat het kan, omdat je welvarend genoeg bent dat je het je kunt veroorloven.
Een recent voorbeeld is de vaccinatiehysterie. Ik kreeg tientallen mails naar aanleiding van mijn column over de anti-vaccinatielobby. Ze wezen me op de „wurggreep van de farmaceutische industrie”, op onze jeugd die „nog nooit zo ziek is geweest”, op alle verborgen gehouden risico’s en complicaties die vaccinatie met zich mee zou brengen.
Ik ben ervan overtuigd dat dat soort angsten vooral gedijen in een land waar de volksgezondheid uitstekend is (mede dankzij die vaccinatieprogramma’s). Toen er in de jaren vijftig nog jaarlijks honderden difteriedoden en tientallen tetanusdoden vielen, toen er in 1956 nog bijna 1.800 mensen voor hun leven gehandicapt raakten door polio, was er veel minder ruimte voor dit soort ongefundeerde massahysterie en waren de moeders vooral dolblij dat hun kinderen eindelijk geïmmuniseerd kunnen worden. Vooruitgang maakt soms ruimte voor nieuwe angst.
Hetzelfde is vermoedelijk aan de hand met het schaliegas. De weerstand onder de bevolking is enorm. Dat schaliegas nieuwe inkomsten oplevert lijkt er volstrekt niet toe te doen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst in Boxtel over schaliegas riepen verschillende bewoners dat eerst alle risico’s uitgesloten moeten worden, iets wat uiteraard niet kan. Niemand leek bereid om een klein risico op vervuiling en aardbevingen te accepteren in ruil voor een hele berg gas. Men was op voorhand tegen.
Het probleem is dat schaliegas niet de enige energiebron is waar dit soort paniekerige angst rond bestaat. Kernenergie werd ook volledig uitgebannen op grond van twijfelachtige risico’s. Ook wanneer Fukushima wordt meegerekend is kernenergie nog steeds één van de veiligste energiebronnen. Men is massaal vergeten dat er daar in Japan misschien wel flink wat verontreiniging en schade is aangericht, en het gevaar nog niet geweken is, maar dat er niet één stralingsdode is gevallen en de gezondheidseffecten vooralsnog klein lijken te zijn.
Toch volgde een massale atoomhysterie die Duitsland ertoe bracht om zijn kerncentrales te sluiten. Een torenhoge gasprijs was het gevolg, die er op zijn beurt voor zorgde dat we de afgelopen jaren weer voor een groot deel zijn overgestapt op steenkool. Jawel, steenkool, die vooroorlogse energiebron die wél aantoonbaar voor vervuiling en ongelukken zorgt. Met een veto op kernenergie en schaliegas, en een minimale opbrengst uit wind- en zonne-energie, was er nu eenmaal geen keus.
Je kunt je afvragen hoe het ons land was vergaan als we in de jaren zestig, toen de gasbel werd ontdekt, beheerst waren geweest door deze angsthazenmentaliteit. Stelt u zich voor: de NAM vindt in 1960 een plukje gas onder het land van Boer Boon en binnen de kortste keren staat er een burgercomité gesteund door Greenpeace en Friends of the Earth te demonstreren tegen de winning ervan. De gevolgen voor het milieu zijn namelijk op geen enkele manier te overzien. Er wordt gewezen op vage ongelukken met gas in andere landen en er worden onderzoeken geëist die nooit de gewenste uitsluiting van gevaar kunnen opleveren. Nederland blijft verstoken van 211 miljard euro aan aardgasbaten voor sociale zekerheid, onderwijs en infrastructuur.
Dat is allemaal niet gebeurd. Nederland kon zich dat soort angsten namelijk niet veroorloven in 1960. Nu wel. Nu is men in de veronderstelling dat die paar windmolens en zonnecellen genoeg zijn voor de Nederlandse energiebehoefte. We zijn rijk en bang, dus laten we deze nieuwe schatkist in de grond zitten. Zonde.