Shabir kwam bij ons wonen omdat we ons huis niet goed hadden schoongemaakt. Dat klinkt misschien onlogisch, maar het is echt waar. Ik woonde in een groot studentenhuis aan een gracht in Leiden, met 24 andere studenten. Het was een huis met karakter, vol met pizzadozen, bierflesjes, vuilniszakken. De kerstversiering bleef het hele jaar door hangen en voor de deur zonk onze huisboot naar de bodem van de gracht.
Toen bij een brandveiligheidscontrole bleek dat de nooduitgangen alweer door vuilniszakken werden geblokkeerd, kregen we de ultieme straf. We verloren ons stemrecht over nieuwe bewoners. Wij mochten onze nieuwe huisgenoten niet meer selecteren, ze werden geplaatst.
En zo kwam Shabir bij ons wonen. Shabir kwam oorspronkelijk uit Afghanistan, hij dronk geen alcohol. Hij was vriendelijk, glimlachte veel en hij sprak met een zachte stem. Hij heeft het vermoedelijk niet makkelijk gehad in ons losgeslagen huis. Hij deelde de gangen met mannelijke en vrouwelijke huisgenoten die regelmatig half aangekleed en dronken rondliepen. Er werd uitbundig geschreeuwd, gelald en gesekst. Hij moest zijn behoefte doen in een toilet vol met pornoplaatjes.
Afgelopen maandag zag ik Shabir bij Knevel en van de Brink aan tafel zitten. Hij had een lange baard, hij droeg een djellaba en noemde zichzelf Maiwand al-Afghani. Maiwand werd stevig onder vuur genomen door de presentatoren. Andries Knevel probeerde uit alle macht een antwoord uit hem te krijgen op de enige vraag die wij in het algemeen relevant vinden voor geradicaliseerde moslims: veroordeelde hij de terroristische aanslagen wel of niet? En bij het uitblijven van een bevredigend antwoord kwam de vraag in duizend vormen terug. Nam hij er dan afstand van? Vond hij het terecht? Legitiem? Gerechtvaardigd misschien? Steunde hij het? En dan, bijna uitgeput: had hij er dan begrip voor?
Het was tevergeefs. Maiwand veroordeelde niets. Er was maar één ding dat hij bleef herhalen. Dat onschuldige moslims sterven. Onschuldige moslims sterven. Onschuldige mensen, moslimbroeders, ze sterven. Ze sterven bij bosjes. Ze worden vermoord in Syrië. En daarvoor werden ze afgeslacht door Westerse legers in Afghanistan en Irak. Honderden onschuldige moslimbroeders waren collateral damage in een onbegrijpelijke strijd. Zo is het nu eenmaal verdeeld. De moslims delven het onderspit. De drones van de Westerse wereld hangen boven Arabische hoofden. Niet andersom.
En Maiwand maakt zich drukker over moslimslachtoffers dan de gemiddelde Nederlander. Dat begrijp ik best. Ik maak me disproportioneel druk over Joodse slachtoffers en antisemitisme. Familie van Alzheimerpatiënten geven al hun geld aan de Alzheimerstichting. De familie van kankerpatiënten fietst de Alpe d´Huez op. Westerlingen maken zich druk over de dood van een westerse militair op klaarlichte dag in een Westers land en Maiwand maakt zich druk over de dood van nog veel meer onschuldige burgers op klaarlichte dag in niet-westerse landen.
En enkele ogenblikken nadat de ernst van al die moslimslachtoffers wederom genegeerd wordt aan de tafel van de Evangelistische Omroep, informeert Thijs van de Brink bezorgd naar het lot van de Arabische christenen. Want daar maken Knevel en van de Brink zich nu eenmaal wél druk over.
U kijkt mij nu diep in de ogen. U probeert iets van rede in mij te herkennen. Ik veroordeel mijn oud-huisgenoot toch wel? Ik keur deze geradicaliseerde moslim toch af?
U hoeft zich geen zorgen te maken. Uw columnist heeft op dit onderwerp een correcte mening. Zo moeilijk is dat niet. Maiwand schrijft zonder terughoudendheid of twijfel over zijn homohaat. Hij pronkt op Facebook met speeches van Al-Qaida figuren. Hij mag dan misschien naar eigen zeggen met een vreedzame vorm van evangelisatie bezig zijn, tegelijkertijd wentelt hij zich kritiekloos rond in de extremistische islamitische stroming die dreigt en terroriseert en onthoofdt. Verder waarschuwt Maiwand onafgebroken tegen het gevaar van de Joden en hun satanische Messias.
En u begrijpt: ik vind weinig erger dan dat soort antisemitisme.