BBC: “Dutch election: Pro-Europe VVD and Labour parties win”. Der Spiegel: “Europafreundliche parteien gewinnen!” Wall Street Journal: “Dutch vote shows pro-European trend”. The Economist : “This week’s vote is rightly seen as an affirmation of the Netherlands’ pro-European character.”
Normaal vinden we het prachtig : de buitenlandse media die zich om ons bekommeren. Voor een land dat er van overtuigd lijkt dat het piepklein is en niets in de melk te brokkelen heeft, komt het als een mooie verrassing dat lezers in Frankrijk, Duitsland, Engeland en de VS zich zo nu en dan bezig houden met wat er speelt.
Maar dit keer was het anders, dit keer konden we de conclusies van de internationale media minder waarderen. Hadden de verslaggevers zitten slapen met hun ge-“Nederland stemt pro-Europees” en hun ge-“Brussel juicht”? Typten ze de berichten soms kritiekloos van elkaar over? Nederland heeft helemaal niet pro-Europees gekozen, zo verklaarde de kiezer zelf. Wij vonden andere issues nu eenmaal belangrijker. Dat pro-Europese was alleen maar collateral damage. “Laat ze maar eens een referendum houden”, roepen sommige Twitteraars stoer, “dan zullen ze nog wel eens zien hoe pro-Europees we zijn”.
Nu gaan sommige conclusies ook wel wat ver. Het Financial Times blog Alphaville schrijft bijvoorbeeld: “Dutch apparently decide they do like Europe after all.” Maar verder hebben de meeste buitenlandse media gewoon gelijk: de uitslag van afgelopen woensdag is buitengewoon pro-Europees. Zowel de PvdA en de VVD zijn in hun diepste wezen vóór de euro, en vóór meer toezicht en bevoegdheden naar de Europese Commissie. Rutte is dat laatste zelfs persoonlijk gaan bepleiten afgelopen jaar in Brussel. Dat gebluf over Griekenland mocht dan overkomen als euro-sceptisch, verder heeft hij weinig tegengas gegeven. Hij blijft vooral wijzen op alle geneugten van de monetaire unie en dobbert rustig mee in de eurozone.
Uiteindelijk maakt het dus niet zoveel uit wat de kiezer beweert of hoe de kiezer achteraf vindt dat zijn stem geïnterpreteerd moet worden. Er is maar één ding dat telt: het resultaat. Het resultaat is dat Nederlanders op geen enkele manier bereid bleken om hun veronderstelde euroscepsis tot prioriteit te maken. Dan kan je roepen tot je een ons weegt, maar het resultaat is dat er geen concrete wijziging plaats vindt in de pro-Europese koers van Nederland. Een pro-Europese uitslag dus, of we dat nou leuk vinden of niet.
Nederland blijft dus in de trein zitten, en zolang niemand verder aan de noodrem trekt, rijdt die trein linea recta richting Verenigde Staten van Europa. Er is geen enkele reden om nog aan die bestemming te twijfelen. Niemand doet daar meer echt geheimzinnig over. Afgelopen woensdag was Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, wederom klip en klaar in zijn State of the Union: “Laten we niet bang zijn voor deze woorden”, zo sprak hij. “We moeten richting een federatie van natiestaten. Dat is er nodig. Dat is onze politieke horizon.” De Europese Commissie wil Eurobonds die ervoor zullen zorgen dat Zuid-Europese landen goedkoper kunnen lenen (en Noord-Europese duurder). De Europese Commissie wil zelf belasting heffen via de financial transactions tax, zogenaamd om de banken de staatsteun die ze van de lidstaten hebben gekregen eindelijk eens te laten terugbetalen (aan de Europese Commissie welteverstaan). En ja, al deze plannen zijn oud nieuws, maar ze liggen nog steeds op tafel, simpelweg omdat zowel de Europese politici als de kiezer alleen met woorden hebben geprotesteerd en nooit met daden.
We zullen ermee moeten leren leven. De Verenigde Staten van Europa is onze bestemming omdat we het niet afgrijselijk genoeg vonden om er iets aan te doen. Dat valt niemand aan te rekenen. Het is niet goed of fout. Dit is hoe de geschiedenis zich nu eenmaal voltrekt.