Het stelletje moest zowaar gisteren wéér aantreden voor een wedstrijd geen fouten maken, niet uitglijden, niet zuur zijn, niet zweten en niet in de vlek wrijven.
Ik moet zeggen dat ik al heel wat debatten heb gemist. Het radio 1 debat, het Libelle debat, en dan weer een duel tussen Rumme Roeter, Roeme Rutter, en Slap, Sob, Suma, in wisselende samenstellingen. Soms midden op de dag. Een beetje op de hoogte blijven van de verkiezingscampagne is eigenlijk niet te doen met een fulltime baan.
Totdat je je realiseert dat er tijdens die debatten eigenlijk telkens hetzelfde conflict afspeelt. Lijsttrekkers moeten een standpunt innemen, maar tegelijkertijd extreem realistisch zijn en dat botst. Zoals gisteren Rutte die zegt: “ik vind dat er geen geld meer naar Griekenland moet”. Op zich best verdedigbaar. Maar zoiets kan niet in een debat. “Rutte gaat hier spijt van krijgen”, klonk het commentaar al snel. “Rutte kan dit niet waarmaken”. “Rutte heeft tot nu toe altijd getekend”. Zo’n standpunt is onwenselijk, want niet realistisch.
Maar wat gebeurt er met zo’n standpunt van Rutte na 12 september? Dat wordt eerst drie keer afgezwakt in de formatie. En dan als bestanddeel van een coalitieprakje blijft er uiteindelijk alleen een uiterst subtiel smaakaccent over in de soep die Brussel heet. Een pietsie strengere blik naar Griekenland, misschien.
Dan is het misschien wel verstandig om nu al wat te overdrijven als je straks nog iets van je overtuiging wilt terugzien in het eindproduct. Toch wordt overdrijving, mijmeren, dagdromen zwaar bestraft in debatten. Lijsttrekkers moeten bij de feiten blijven en vertellen wat ze gaan waarmaken, wat er gaat gebeuren als ze de grootste worden. Ook al schrijft de politieke realiteit voor dat er niemand is die dat weet.
De politici zijn daarom in die debatten bijna per definitie beloftebrekers en draaikonten. Dat is dan wel weer amusant om live te zien. Verder mis je niet bijzonder veel.