De Eurozone scheert al drie jaar lang bijna permanent langs de afgrond en ook de komende weken zijn weer net zo allesbepalend: in september verwachten we een nieuwe veldslag tussen de Duitse Centrale Bank en de Europese Centrale Bank. De Trojka gaat in Griekenland constateren dat ze niet aan de voorwaarden voldoen voor een derde bak met geld. En oh ja, het Duits Constitutioneel Hof gaat op 12 september misschien wél “over my dead body” tegen het Europees Stabiliteits Mechanisme zeggen.
Nu zou het erg columnistisch van mij zijn om nu de volgende zin te schrijven:
“En met al die euro-rampspoed voor de deur, hebben wij het in Nederland over de malle ideeën van marginale orthodoxe partijen, over 130 hm/h en gratis kraanwater in restaurants.”
Dat is populair, dat idee dat wij in ons pietepeuterige landje pietepeuterig zitten te doen en ons niet met de grote dingen bemoeien. Maar zodra Roemer voorstelt om zich ietwat lastiger op te stellen in Europa , is hij onverantwoordelijk, kortzichtig, puberaal en krabbelt de arme man terug om zijn woorden nog af te zwakken ook.
Als kiezer kun je je dus eindeloos verdiepen in de vraagstukken van de Eurozone, maar is het niet echt duidelijk hoe dat dan je stem zou moeten beïnvloeden. Uiteindelijk is het in Nederland premier-like om te tekenen bij het kruisje.
Toch, het CPB kan verkiezingsprogramma’s doorrekenen tot het een ons weegt, de Eurozone-politiek heeft waarschijnlijk de komende jaren het meeste invloed op onze werkgelegenheid, banen en koopkracht. Het is heel waarschijnlijk dat de winnaar van deze verkiezingen premier zal zijn tijdens een Grexit, een ernstige verslechtering van de crisis en grimmige tijden in Europa. Toch is het me volstrekt onduidelijk wat het uitmaakt, of die premier dan Samsom, Roemer, Pechtold of Rutte heet. Zolang niemand dat kan uitleggen, is het onvermijdelijk dat we pietepeuterig doen.